Ondermijnende criminaliteit kent verschillende vormen. De tien Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) en het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) leggen in hun aanpak de nadruk op vier thema’s: georganiseerde hennepteelt, mensenhandel en mensensmokkel, misbruik en fraude binnen de vastgoedsector, en witwassen en vormen van financieel-economische criminaliteit die daarmee te maken hebben.
De Nationale Rapporteur Mensenhandel verstaat onder mensenhandel het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten. Er zijn verschillende vormen van mensenhandel: seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen orgaanverwijdering.
De meest bekende vorm is seksuele uitbuiting. Dan wordt iemand gedwongen om seksuele diensten te verlenen tegen betaling in de vorm van geld of van andere vergoedingen, zoals kleding of eten.
We spreken van arbeidsuitbuiting als iemand, die zelf vrijwillig of gedwongen aan het werk is, de inkomsten van anderen afneemt en/of hen onder mensonterende omstandigheden laat werken. Er is een verschil tussen arbeidsuitbuiting en slecht werkgeverschap. Het gaat bij arbeidsuitbuiting om een combinatie van ernstige, vaak onmenselijke situaties op de werkvloer, waarbij vaak sprake is van dwang, geweld, chantage, fraude en misleiding. Het komt voor in allerlei sectoren. Denk bijvoorbeeld aan de horeca, schoonmaakbranche, uitzendwerk, bouwsector en land- en tuinbouw.
Bij criminele uitbuiting wordt iemand gedwongen om strafbare feiten te plegen. Denk aan zakkenrollen, diefstal, drugssmokkel en het knippen van hennep. De buit gaat naar de uitbuiter/mensenhandelaar. Vaak zitten er criminele bendes achter, maar het kan ook iemand zijn die familie is van het slachtoffer.
Als mensen op wat voor manier dan ook tegen hun wil een orgaan moeten afstaan, spreken we van gedwongen orgaanverwijdering. Deze vorm van mensenhandel is tot op heden nog nooit gemeld bij het RIEC Noord-Holland. De verschillende vormen van mensenhandel hebben met elkaar gemeen dat het slachtoffer tot iets gedwongen wordt en dat de mensenhandelaar er (veel) geld aan verdient.
Naast mensenhandel, bestaat er ook mensensmokkel. Hierbij gaat het om personen illegaal begeleiden of vervoeren als ze internationale grenzen overgaan. Bij mensenhandel is soms ook sprake van mensensmokkel.
Beide zijn ingrijpend, treffen vaak kwetsbare mensen en beschadigen slachtoffers zowel lichamelijk als psychologisch. Mensen die doorgaans al moeilijk grip hebben op hun leven worden volledig afhankelijk van criminelen. Die maken hiervan misbruik om er zelf beter van te worden.
Vanwege die zware gevolgen voor de slachtoffers vormen mensenhandel en mensensmokkel al sinds de start van de RIEC’s een gezamenlijk, landelijk RIEC-thema. Ook voor burgemeesters in onze eenheid is de aanpak van deze criminaliteit een prioriteit. Zie hiervoor ook de pagina van het Project Uitbuiting van Noord-Holland Samen Veilig in dit jaarverslag.
Onze partners meldden in 2022 negen keer een signaal van mensenhandel en -smokkel. Met hen hebben we die negen signalen vervolgens opgepakt als casussen. Omdat er ook casussen uit voorgaande jaren liepen, behandelden we in 2022 in totaal twaalf mogelijke gevallen van mensenhandel en -smokkel. Drie daarvan gingen over seksuele uitbuiting, acht over arbeidsuitbuiting en één over criminele uitbuiting. In twee casussen draaide het (ook) om mensensmokkel.
In een andere casus kregen we vermoedens van arbeidsuitbuiting na huisvestingscontroles door een gemeente. Buitenlandse uitzendbureaus bieden arbeidsmigranten werk in onze eenheid. Deze bureaus lijken een schijnconstructie te gebruiken. Daarbij verklaart het bureau te werken vanuit het buitenland, waar het formeel is gevestigd, waardoor het in Nederland geen belasting hoeft te betalen. Het vermoeden bestaat echter dat het bureau in de praktijk wel degelijk vanuit Nederland werkt en daarmee ten onrechte hier geen belasting afdraagt. We onderzoeken deze constructie. We voeren gesprekken met arbeidsmigranten en de organisaties waar zij via bemiddeling van het bureau werken. Ook brengen we de administratie van het bureau in kaart.
Uit ons onderzoek blijkt, dat de uitzendbureaus druk uitoefenen op de organisaties waar de migranten werken (de feitelijke werkgevers) als deze aangeven de samenwerking te willen stoppen. Daarnaast bestaat het vermoeden dat zowel de arbeidsmigranten als de bedrijven waar ze werken betalen voor de huisvesting en het vervoer. De uitzendbureaus ontvangen zo dubbele inkomsten. We zetten ons als RIEC-partners in om mensen bewuster te maken van arbeidsuitbuiting. Zo vertellen gemeenten bij huisvestingcontroles aan arbeidsmigranten wat hun rechten zijn en wijst de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) werkgevers bij bezoeken op hun plichten.
De productie van en de handel in cannabis is een omvangrijke, illegale bedrijfstak. Bij de aanpak van georganiseerde hennepteelt richt het RIEC Noord-Holland zich op de totale cannabisketen. We kijken dus niet alleen naar growshops, coffeeshops en hennepkwekerijen in woningen en bedrijfspanden, maar ook naar de personen die diensten of producten leveren voor de hennepteelt.
We behandelden als het RIEC Noord-Holland in 2022 in totaal vijf casussen over georganiseerde hennepteelt. Deze zijn allemaal in eerdere jaren gestart en verschillen sterk van elkaar. Het kan dan gaan om dealen vanuit een woning, (het mogelijk maken van) hennepplantages, misbruik van vastgoed of growshops.
Vier casussen lopen door in 2023 en één is in 2022 afgerond. In die afgesloten casus stuitten we tijdens een controle, die verschillende overheidspartijen samen uitvoerden, onder meer op een growshop en een opslaglocatie voor hennepgerelateerde goederen. Alle aangetroffen goederen zijn hierbij in beslag genomen en vernietigd. De bedrijfspanden zijn gesloten op basis van de Opiumwet en de politie heeft een proces-verbaal opgesteld voor de Belastingdienst in verband met de vondst van 70.000 euro aan contanten. Die zijn onderwerp van een fiscaal onderzoek.
De illegale activiteiten in en rondom het pand zijn beëindigd, waarover de partners gericht hebben gecommuniceerd aan bijvoorbeeld omwonenden. Er is vervolgens een bonafide onderneming in het pand gekomen. Daarnaast hebben de verschillende overheidspartijen aan inwoners en bedrijven laten zien dat ze gezamenlijk optreden tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
Bij deze en de andere vier casussen werkten meerdere overheidspartijen samen. Soms onderneemt een van de partners zelf actie. Zo hebben we verschillende gemeenten geadviseerd en ondersteund die zelfstandig panden sloten als er drugs waren ontdekt. Dat deden ze op grond van artikel 13b van de Opiumwet.
Er zijn in 2022 veel minder henneplocaties ontdekt. Deze daling zien we al een aantal jaren. Zo werden er in 2018 nog bijna vijfhonderd henneplocaties ontdekt, ten opzichte van nog geen honderd in 2022. Maar er moeten veel meer locaties bestaan, tonen ook de gegevens van energieleveranciers, die aan bovenmatig stroomverbruik kunnen zien dat er iets niet in de haak is op een adres.
Dat kleine aantal ontdekkingen kan te maken hebben met de inbreng van signalen. Daarvoor zijn de RIEC-partners, die de signalen aan ons moeten doorgeven, erg afhankelijk van (informatie van) de politie. Die is op het gebied van drugs echter veel tijd kwijt aan onder meer de cocaïnemarkt. De politie moet daar veel aandacht aan besteden, onder meer vanwege de grote verdiensten van criminelen en het excessieve geweld en de maatschappelijke impact die daarmee gepaard gaat. Dat er daardoor minder tijd overblijft voor het opsporen van hennepteelt kan verklaren waarom RIEC-partners in 2022 geen nieuwe signalen van deze misdaad inbrachten op het Thematisch Informatieplein Drugs (TID), waar de meldingen sinds dat jaar moeten binnenkomen. De RIEC-partners die deelnemen aan dat TID zijn in 2022 gestart met het opstellen van een informatiebeeld Drugs. Daarvoor bundelen ze hun informatie en beschikbare gerelateerde onderzoeksgegevens.
Met dit beeld geven we zicht op drugs in de hele eenheid Noord-Holland, of het nou gaat om cocaïne, heroïne, synthetische drugs of hennep . Dit beeld moet helpen effectief keuzes te maken over de inzet van capaciteit. Zo kunnen we antwoord geven op de volgende vragen: Waar moeten we op ingrijpen? Welk effect willen we bereiken? Hoe bereiken we dit effect het best, als we misdaad willen voorkomen, bestrijden of in kaart willen brengen door nieuwe informatie te verzamelen.
Verschillende casussen tonen aan dat criminelen zich naast georganiseerde hennepteelt vaak ook bezighouden met witwassen, productie of handel in (hard)drugs, vastgoedfraude en uitbuiting of mensenhandel. De verwevenheid van de verschillende drugsmarkten komt ook steeds meer naar voren. Voor criminelen is hennepteelt een stabiele veilige markt, met relatief weinig geweld, vergeleken met bijvoorbeeld de cocaïnehandel waar ze vaak excessief geweld gebruiken.
Je kunt op verschillende manieren frauderen met vastgoed. Denk bijvoorbeeld aan illegale verhuur en onderverhuur, uitbuiting van huurders of mensen onder druk zetten om hun woning aan derden te verhuren. Ook kunnen criminelen panden gebruiken voor bijvoorbeeld illegale prostitutie of hennepteelt.
Ook het witwassen van crimineel vermogen met de aan- of verkoop van vastgoed komt regelmatig voor, net als het frauderen met inkomensgegevens om een (te hoge) hypotheek te krijgen. Criminelen vinden de vastgoedsector interessant om te gebruiken voor witwassen door het gebrek aan transparantie, de kleine kans om gepakt te worden en de vaak hoge opbrengsten. Soms misbruiken ze handig legale bedrijven en juridische en financiële dienstverleners. Denk daarbij bijvoorbeeld aan taxateurs, notarissen en accountants.
Het RIEC Noord-Holland behandelde in 2022 twaalf casussen waarin misbruik en fraude in de vastgoedsector een rol speelt. We hebben zes casussen die al liepen uit voorgaande jaren succesvol afgesloten.
Vaak draait het in dit type casuïstiek om de vraag waar het geld voor verbouwingen of de aankoop van vastgoed vandaan komt. Zo krijgen we zicht op witwassen of kunnen we dit uitsluiten.
Die zoektocht naar de herkomst van geld was de reden dat we in 2022 in een casus hebben samengewerkt met het Financial Intelligence Team (FIT) van Noord-Holland Samen Veilig (NH-SV) en een crypto-expert van de politie. Deze casus loopt door in 2023.
Vaak zien we in casussen waarin sprake is van misbruik en fraude in de vastgoedsector meerdere vormen van criminaliteit. Hierdoor is deze casuïstiek complex en is het extra belangrijk dat overheidspartijen gezamenlijk optrekken. In een van de casussen van 2022, waarin sprake is van witwassen met vastgoed, is dit duidelijk gebleken. De verschillende partners hebben diverse soorten acties ondernomen. Zo konden ze onderzoek doen naar de herkomst van verschillende gelden, de geleverde diensten van de betrokken onderneming, de bedrijfskosten en omzet, mogelijke valsheid in geschrifte en de belastingaangifte. Inmiddels heeft het Openbaar Ministerie beslag gelegd op het vermogen , waaronder het vastgoed, van de betrokkene.
Kennis over vastgoed die we in eerdere jaren opbouwden in casuïstiek hebben we in 2022 verder in de praktijk gebracht. Daardoor konden we nieuwe signalen van misbruik en fraude in de vastgoedsector beter beoordelen. Ook lukte het op die manier om sneller te beslissen over het vervolg van het onderzoek en om de effectiviteit van onze acties tegen verdachten in te schatten.
De casussen toonden ook in 2022 dat overheidspartijen van elkaar afhankelijk zijn in de strijd tegen misbruik en fraude in de vastgoedsector. Om bijvoorbeeld aan de hand van de wet Bibob aanvragers van een vergunning te screenen, is onderzoek naar strafbare feiten noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan valsheid in geschrifte met loonstroken of een werkgeversverklaring, waarmee iemand een hypotheek kan krijgen. Als er relatief minder tijd en capaciteit is voor onderzoek naar dit soort strafbare feiten, dan is het belangrijk om te kijken naar de effecten voor de hele overheidsketen. Want dit onderzoek kan leiden tot antecedenten, die reden kunnen zijn om een vergunning te weigeren waardoor we ondermijning tegengaan.
Combinatie repressie en preventie
Criminelen maken zich op verschillende manieren schuldig aan misbruik van en fraude met vastgoed. Daarom is onze aanpak ook veelzijdig en volop in ontwikkeling.
Die veelzijdigheid blijkt onder andere uit de manier waarop we repressie en preventie elkaar laten versterken. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met collega’s van een van de deelprojecten van het versterkingsproject Maritieme Smokkel van NH-SV, dat volledig ging over het aanpakken en voorkomen van misbruik met vastgoed. In dit deelproject zijn manieren ontwikkeld om criminelen te bestrijden op basis van kennis en ervaringen uit RIEC-casussen. Tegelijkertijd is de kennis uit dit deelproject over de vastgoedsector weer gebruikt in RIEC-casussen en hebben collega’s van het project bijvoorbeeld presentaties gegeven aan verschillende partners die zijn aangesloten bij ons RIEC-convenant. Die presentaties ging over de manier waarop criminelen witwassen via vastgoed en hoe de convenantpartners hier weerbaarder tegen kunnen worden. Zo versterken repressie en preventie elkaar.
Netwerkmakelaar
We hebben in 2022 ons netwerk van medewerkers van verschillende partnerorganisaties met specialistische kennis van vastgoedfraude verder uitgebreid. We maakten van dit netwerk gebruik, om als RIEC vragen van partners over dit onderwerp te beantwoorden. Ook hebben we bijgedragen aan de Landelijke Fenomeentafel Vastgoed, waar experts van publieke en private partners onder de vlag van het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) samenwerken. We hebben algemene signalen en trends op het gebied van misbruik met vastgoed uitgewisseld met het LIEC. Die informatie wordt gebruikt om een landelijk beeld van deze misdaad te vormen.
Maatwerkadvisering
Een gemeente in onze eenheid heeft in 2021 de huisvestigingsverordening aangepast met daarin strengere regels voor kamerverhuur, woningsplitsing en toeristische verhuur. We hebben in 2022 meerdere gesprekken met deze gemeente gevoerd, om te adviseren over de aanpak van vastgoedfraude en het voorkomen van misbruik. Daarbij hebben we gebruikgemaakt van de kennis die diverse casussen opleverden. De gemeente is vervolgens zelf beter te weten gekomen waar de problematiek zich voordoet, heeft intern meer zicht gekregen op de lopende processen en besteedt meer aandacht aan de handhaving van de ingevoerde vergunningplicht. De weerbaarheid tegen misbruik en fraude in de vastgoedsector is verhoogd. Er zijn in 2022 geen nieuwe casussen op dit gebied opgestart.
Criminelen verdienen soms veel geld en hebben daardoor een groot vermogen. Ze willen hun illegaal verkregen geld een legale status geven. Dit witwassen is bedoeld om te voorkomen dat de overheid hun inkomsten afpakt of dat ze kunnen worden opgespoord. Ze krijgen daarmee invloed op legale sectoren waar hun geld dan belandt en op mensen en ondernemingen die hen helpen te investeren.
In het verlengde van witwassen ligt financieel-economische criminaliteit (FINEC). Dit gaat vaak om fraude of oplichting van de overheid, financiële instellingen en burgers en bedrijven. Ook het mogelijk maken van fraude valt onder FINEC. Denk bijvoorbeeld aan corruptie en digitale middelen bieden om die fraude te plegen. FINEC en witwassen worden meestal onder één thema geschaard.
Reguliere RIEC-signalen
In het afgelopen jaar werkten we in totaal aan 55 reguliere RIEC-casussen met het thema fraude/FINEC. Veertien hiervan startten er in 2022, de overige casussen waren al in eerdere jaren begonnen. Van de 55 casussen, zijn er in 2022 zeventien afgesloten. De overige casussen lopen door in 2023.
Soms hebben mensen geld en goederen en kunnen ze niet verklaren hoe dat vermogen met legale inkomsten is betaald. Bij sommige signalen van dit zogenoemde ongebruikelijk bezit komt de specifieke werkwijze van het Financial Intelligence Team (FIT) van pas. Daardoor is het mogelijk om snel actie te ondernemen. Naast de reguliere RIEC-casussen op het gebied van fraude en FINEC, startten er in 2022 ook 36 zogeheten FIT-casussen. Daarin lag de focus op het snel afpakken van onverklaarbaar vermogen. We hebben vijftien van deze casussen in 2022 afgerond.
De resultaten van de FIT-casussen zijn te vinden op de pagina van het versterkingsproject FIT.
Witwassen en FINEC zijn de vormen van misdaad die ook in 2022 het meest voorkomen binnen RIEC-casussen. In bijna elke casus duiken ze op. Criminelen willen met hun meeste activiteiten geld verdienen, maar die inkomsten zijn illegaal en willen ze daarom ‘witten’. Na de criminele activiteit zelf is het witwassen van het verdiende geld dan het tweede onderwerp in een zaak. Het kan vaak ook gaan om enkel witwassen of FINEC.
Projecten Financial Intelligence Team en Intensiveren Afpakken
In de strijd tegen witwassen en daaraan gerelateerde financieel-economische criminaliteit vonden RIEC-partners elkaar ook in twee versterkingsprojecten van Noord-Holland Samen Veilig: het Financial Intelligence Team (FIT) en Intensiveren Afpakken.
Het FIT wil geld en goederen afpakken van iemand die niet kan verklaren hoe dat vermogen met legale inkomsten is betaald. Medewerkers van het project Intensiveren Afpakken houden zich vooral bezig met preventie. Zij kijken met name naar de maatschappelijke gevolgen van bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale afpak-acties. Wat zijn de consequenties van een afpak-actie voor de betrokkenen en hun gezinsleden? Is er misschien schuldhulpverlening nodig? Moet de gemeente een maatschappelijk werker naar een gezin sturen?
Digitalisering biedt nieuwe criminele kansen
Daarnaast zien we de samenleving en daarmee de criminaliteit steeds meer digitaal worden. Door het digitaal zaken doen, aanvragen van overheidssteun en via internet bestellen, hebben criminelen meer kansen om financieel-economische misdaad te plegen.
Fraude financiële steunregelingen corona
Ondernemers, werkgevers en werknemers kregen vanaf 2020 te maken met maatregelen ter bestrijding van corona. Om hen te helpen, heeft de overheid tijdens de pandemie verschillende steunmaatregelen in het leven geroepen. Denk daarbij aan de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Een aantal van deze regelingen loopt nog. Al eerder bleek in RIEC-casuïstiek dat criminelen misbruik maakten van deze regelingen. Ook in 2022 kwamen we dit weer tegen. Als RIEC Noord-Holland brachten we (de risico’s op) misbruik en fraude met de steunregelingen zoveel mogelijk onder de aandacht van uitvoerende of controlerende instanties.
In totaal hebben we in 2022voor 1.070.435 euro aan potentiële fraude met coronasteunmaatregelen ontdekt en indien mogelijk gemeld bij gemeenten, UWV of de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Bestuurlijk signaal
Sommige overheidsdiensten die de coronasteunmaatregelen uitvoeren, zijn geen RIEC-convenantpartner. Daardoor ontbreekt de grondslag om informatie met deze instanties uit te wisselen.
Een voorbeeld van zo’n organisatie is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Die keerde de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) uit aan verschillende personen die in dezelfde periode centraal stonden in casussen en waarvan crimineel verdiend vermogen was afgepakt. Mede dankzij deze ontvangen TVL konden de criminele activiteiten doorgaan. De toekenning van had voorkomen kunnen worden als gegevensuitwisseling mogelijk was geweest tussen de RVO en de RIEC-partners. Naar schatting gaat het binnen RIEC-casuïstiek om meerdere tonnen per jaar die RVO onterecht heeft uitgekeerd.
Naast de TVL wijzen bevindingen uit een RIEC-casus ook op fraude met andere gelden van de RVO, namelijk met milieusubsidies. Binnen een casus waarvoor verschillende overheidspartijen samenwerkten, is geconstateerd dat een onderneming waarschijnlijk niet aan de gestelde eisen heeft voldaan. In dat geval heeft het bedrijf ten onrechte in tien jaar tijd ruim tien miljoen euro subsidie ontvangen.
Het RIEC-Noord Holland heeft de minister van Justitie en Veiligheid met een zogeheten bestuurlijk signaal geïnformeerd over geconstateerde knelpunten in de informatiedeling tussen de RIEC’s en de RVO. Deze knelpunten bemoeilijken het voorkomen en aanpakken van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. We hebben de minister dit signaal begin april 2022 gezonden. Hopelijk is het een begin om de problemen op te lossen die in de weg staan van het uitwisselen van informatie door de RVO en RIEC's.